zaterdag 25 oktober 2008

Back to Belgium

Stiekem zijn we al terug thuis. We hebben weinig tijd/zin gehad om onze blog nog te updaten de laatste twee weken. Toch nog eventjes vermelden wat we allemaal hebben gedaan nog, en nog wat foto's uploaden:

Vrijdag 10 okt, met mijn (Maarten) verjaardag, hebben we taart gegeten (lekker fluoblauw, mmm) en daarna een stapje in de wereld van de lokale disco gezet. Zaterdag en zondag waren gewoon uitrustdagen in de Viavia.
Maandag tot vrijdag hebben we ons veldwerk afgerond: nog wat foto's genomen overal, nog wat last-minute observaties, en afscheid nemen van al onze gidsen en contactpersonen.
Zaterdagochtend namen we dan om 7u 's morgens (geeuw) de boot naar Dar es Salaam, om voor de middag bij de organisator van de safari's te zijn. We ontmoetten daar Veerle, onze mede-archi-in-Tanzania. We regelden samen met haar een safari naar Selous game reserve voor 3 dagen en twee nachten, te vertrekken vanaf maandag. 's Avonds zijn we gezellig iets gaan eten met Johan en Pfaf, onze Zuid-Afrikaanse vrienden, en Marius, een vriend van hen (prettig gestoorde kerel). We hadden hen 2 maand niet gezien, dus ze hadden veel te vertellen over hun grote 'machine' die ze hadden geïnstalleerd bij Vodacom (gsm-operator). Het was wel al de tweede machine, want Tanzanianen slagen er blijkbaar in om machines van meer dan $500 000 kwijt te spelen in een magazijn ergens op een vliegveld.
Zondag hebben we productief doorgebracht door naar Kipepeo beach te gaan en op het strand te gaan liggen. 's Avonds pikten we nog een filmpje mee in Mlimani City, maar jammer genoeg zaten we niet in de zaal met 'the biggest screen of East Africa'.


De boot naar Kipepeo beach

Dar vanop de boot naar Kipepeo

Maandag was het dan eindelijk zo ver: Safari-time! Selous Game Reserve is het grootste Nationaal park van Afrika, en misschien ook van de wereld: 50 000km² ongerepte natuur vol wilde dieren.
Na 7 uur rijden kwamen we aan in Hippo Camp, prachtig gelegen aan de oever van de machtige Rufiji rivier, net buiten de grens van Selous. We deden een boat safari en zagen nijlpaarden, krokodillen, aapjes en veel vogels.
Na een korte nacht vol nijlpaardgeluiden uit de rivier trokken we dinsdag om 6.30u met de jeep het park zelf in. Ik zal de foto's voor zichzelf laten spreken: giraffen, impala's, wilde honden (heel zeldzaam om te zien naar het schijnt, we hadden geluk), wrattenzwijnen (pumba's), veel vogeltjes, leeuwen, olifanten, buffels, krokodillen, nijlpaarden, ...
Mooi verhaal: Toen we met de jeep op 2 meter van een groep van 4 volwassen leeuwen geparkeerd stonden wilde de Jeep plots niet meer starten. 'Empty battery' zei onze gids lichtjes bezorgd. Na een aantal minuten proberen te starten leek er niets anders op te zitten dan uit te stappen en de auto in gang te duwen. Gelukkig hadden de leeuwen de nacht voordien iets gevangen, en lagen ze met overvolle magen lui te wezen onder een boom. Jasper en ik dus uitgestapt langs de linkerkant van de jeep (de leeuwen lagen rechts), en beginnen duwen ('be very quiet'). Na twee pogingen sloeg de motor aan. De leeuwen waren nu toch lichtjes geïnteresseerd beginnen kijken van alle commotie, maar voor ze het wisten zaten we terug in de jeep.
Op de terugweg kwamen we een olifant tegen die na een paar minuutjes genoeg van ons kreeg, en ons begon te intimideren: hij liep naar onze jeep en begon te grommen en flapperen met z'n oren: tijd om weg te wezen! Al bij al een heel mooie dag.
Woensdag deden we nog een wandeltocht aan de rand van het park, maar jammer genoeg zagen we geen dieren, buiten wat vogels en wat bavianen. Nadien begonnen we moe maar voldaan aan de lange rit terug naar Dar es Salaam. De safari was absoluut de moeite!


















Donderdag was rustig. Hier en daar nog wat inkopen gaan doen, nog wat boeken gaan terugbrengen. 's Avonds afscheid genomen van Johan en Pfaf, op het terras van Slipway, met zicht over Oyster bay. De Zuid-Afrikanen raadden ons aan om onze laatste dag nog naar Bongoyo island te gaan: een klein eilandje met een mooi strand, voor de kust van Dar. Wie zijn wij om goede raad in de wind te slaan?
Op de boot naar het eiland ontmoetten we nog een Zuid-Afrikaan, Gert, die 7 maanden in Selous had gewerkt als natuurbeheerder. Natuurlijk kende hij ook Pfaf en Johan (it's a small world).
Na een paar uurtjes op het strand keerden we terug naar Dar, pakten we onze spullen, en namen we een taxi naar de luchthaven. Security, passport control, check in en wegwezen!

Al bij de tussenlanding in Zurich vanochtend werd het ons pijnlijk duidelijk: de klimaatopwarming is nog niet zo ver gevorderd dat Europa het hele jaar door temperaturen van 30°C of meer heeft. Brrr.

zaterdag 11 oktober 2008

Gegroet lezermensjes,

Opnieuw een eindje geleden, ook nu geen uitvluchten om onze afwezigheid op het internetwereldje te rechtvaardigen, we zijn gewoon enorm druk bezig met te feesten en te drinken enz… en af en toe nog eens een afspraak je met een of andere pipo waarvan we denken dat hij ons iets kan vertellen, sorry geëmancipeerde dames maar tot nu toe zijn we nog geen hoog geplaatst iemand tegen gekomen van het andere geslacht (toch niet in de architectuur wereld hier).

Waar waren we gebleven: maandagavond een gezellige avond met enkele Britten ( dat is wel leuk dat er hier af en toe eens jongeren binnenvallen waarmee we een luchtige babbel kunnen doen. Het zorgt meteen ook voor wat afwisseling in onze avondactiviteiten, zo zouden we ( maarten en ik hoe tof ik hem ook mag vinden) nooit met z’n tweeën een gezellig avondje rond een kampvuurtje hebben gehad. Laat staan dat er dan gitaar gespeeld zou worden en dat we samen zouden zingen.

Het werd uiteindelijk relatief laat voor ons ( want meestal, toch sinds we in zanzibar zijn, liggen we reeds om 22-23u in ons bed ). En ik had om 8u een afspraak met iemand die me een rondleiding zou geven in een te onderzoeken wijk: kilimani ( kili = heuvel/berg … mani ben ik vergeten). Wat ons bezield had om die afspraak zo vroeg te zetten weet ik niet meer, maar als ik me niet vergis had het iets te maken met het feit dat dinsdag 30 september de laatste dag van de ramadan was en dat woensdag en donderdag officiële feestdagen zijn. Jaja mijn gids ( assistent van onze contact persoon hier) wou zo vroeg mogelijk die rondleiding doen zodat hij nog s’ochtends kon gaan “werken”. In ieder geval de afspraak is door gegaan. Het was een kort en bondig bezoekje aan de wijk en enkele woningen. Na een uurtje had hij mij reeds aan mijn lot overgelaten en liep ik er rond als een aan speed verslaafde toerist. Ik kreeg kramp in mijn rechter wijsvinger van steeds maar op het fotoknopje te drukken en dat op een zo subtiel mogelijke manier, want de mensen hebben dat niet graag dat je foto’s maakt. ( sommigen vragen om een foto en willen dan op een of andere manier dat je dan meteen die foto geeft… de kinderen maken er dan weer een spelletje van: “mzungu, mzungu, take a picta”, “white guy, white guy take a picture” en als je dan een foto wil nemen gaan ze zich zo snel mogelijk verstoppen. ) En niet alleen daarom moest ik op mijn hoede zijn, ik ben toen ook enkele keren aangesproken geweest door de bewoners zelf dat ik moest opletten, want aan de overkant van de straat was er een gevangenis en de politie heeft het niet zo voor gluurders. Laat staan wandelende fototoestellen. Het was een boeiende ochtend in het zwoele zanzibar terwijl maarten mocht uitslapen. Maar maarten wou ook het maximale halen uit die frustrerende openingsuren van het staatsarchief en ging dus weer boven de boeken hangen opzoek naar vermistte plannen of plannen in een veel te slechte staat om te pakken te krijgen.

Dinsdagmiddag: het was weer een warme dag en we zijn zoals bijna elke dag tijdens de ramadan naar de Amore Mio gegaan voor onze lunch. Mmm lekker…. Die thirst quencher manmanman…op de terug weg gingen we beiden nog eventjes naar de bank zodat we onze rekening in de viavia konden vereffenen. Je voelt het misschien al aankomen want ik denk dat we nu voor de eerste keer een bank vernoemen… jaja we zijn beroofd geweest. Onze beide portefeuilles zijn gestolen op het moment dat we een dala dala wouden instappen. We waren verwittigd dat de laatste dagen van de ramadan gevaarlijk waren voor toeristen want de armere mensen worden wanhopiger om geld in hun handen te krijgen en gaan van vuile klusjes opknappen voor anderen over naar stelen. Beiden tevreden van ons werk hadden al onze aandacht gegeven aan onze rugzak, waar onze dure fototoestellen in zaten, waardoor we pas in de daladala opmerkten dat tijdens het immens geduw en getrek bij het instappen onze portefeuilles gestolen waren. Nadat we onze kaarten hebben stop gezet en al meer op ons gemak waren hebben we maar voor de rest van de dag naar hersenloze diverterende films gekeken. Het probleem was, zowel de bankkaarten van maarten als de mijne zijn dus gestolen en moeten we het dus redden door te leven met het geld dat Ingrid, onze zanzibariaanse vlaamse 2de mama, ons voorschiet. Niet meteen het handigste maar toch beter dan niets. En laten we het positief bekijken maarten en ik hebben weer enkele mensen gelukkig gemaakt: met 360 000 TSH hebben die boeven ongeveer 2 gemiddelde jaarlonen te pakken. Ze hebben zich dus lazarus kunnen drinken tijdens de 4dagen lange festiviteiten. En misschien hebben ze zelf nieuwe kleren kunnen kopen of zeep …

Woensdag- donderdag: de officiële feestdagen: maarten kon niet naar de archieven dus hebben we ook maar vrijaf genomen(= lekker lang uitslapen). Woensdag middag was er op de viavia een kinderfeestje, kennissen van Ingrid en vriendjes en vriendinnetjes werden uitgenodigd voor een danspartijtje en een lekkere bbq. Het werd een middagje surfen op het internet terwijl maarten een ritje ging maken samen met “crazy”babu (onze Spice tour gids) op de vespa. ( wat er allemaal precies gebeurt is tijdens die rit, daar weet ik dus niets van ...). Ideaal voor een dagje lekker niets doen. En dat lekker niets doen werd donderdag voortgezet.
Ik (Maarten) Zal eventjes aanvullen: We zijn in de brousse gaan rondcrossen op de Vespa, op bezoek bij Babu zijn familie. Tijdens de feestdagen is het de gewoonte in Zanzibar dat iedereen langsgaat bij de familie, en dan delen ze koekjes en kokosbrood aan elkaar uit (lekker!). We passeerden ook bij wat kennissen van Babu, waar we eindelijk de ons reeds lang beloofde ‘Papaya wine’ te pakken kregen: straf spul (minstens 40%) gestookt van, u raadt het, Papaya’s.
Vrijdag, de kantoren zijn terug open dus maarten en ik gingen weer op stap. Maarten had terug een afspraak met de “mambo martin(e)”dames, en vriendelijke kerel van het archief, RRRRRAWWWWRRR!!! Terwijl ik nog eens naar het kantoor van onze contact persoon ging om te kijken voor de digitale plannen van de stad en nadien weer de observerende toerist te spelen in de te onderzoeken wijken.
Ik (Maarten) wil er toch nog even aan toevoegen dat ik vermoed dat die kerel van het archief vooral vriendelijk is omdat ze geld aan mij verdienen (3 dollar per foto van een plan, en 40 dollar membership).

Op zaterdag hadden we het plan om naar Bambi (copyright Walt Disney) en Chaani te gaan kijken, twee grote modernistische projecten in de brousse van Zanzibar. We gingen ernaartoe met onze gids Eddie, maar aangezien die plekken quasi onbereikbaar zijn zonder taxi, en Eddie geen auto kon lenen hebben we er eentje gehuurd. Omdat Eddie geen vergunning heeft als chauffeur van Wazungu’s (blanken) moest ik (Maarten) wel rijden. Ik had voor dit soort gevallen een internationaal rijbewijs meegenomen, maar we waren er toch niet happig op om ons in het zotte Zanzibariaanse verkeer te wagen. Na 3 keer geïnformeerd te hebben of te verzekering in orde was (de kans op een ongeval leek ons vrij reëel) vertrokken we met ons Suzuki Jeepke, links rijdend. In tegenstelling tot de kustweg in Bububu waren de binnenlandse wegen heel rustig, en gevaarlijker voor de voetgangers en fietsers dan voor ons.
Na 45 minuten door de brousse te rijden doemden de Chaani appartementsblokken opeens op tussen de palmbomen, echt wel the middle of nowhere. Na wat observaties zetten we koers naar Bambi. Voor de ecologen onder ons: jeeps zijn hier echt wel geen overbodige luxe. Bambi lag zo mogelijk nog meer afgelegen dan Chaani. We moesten navigeren langs kilometerslange wegen die ‘under construction’ waren, en een ‘shortcut’ door godverlaten dorpjes waar de kippen de zwakke weggebruikers zijn. Nog net voor het donker kwamen we in Bambi aan, en het feest voor het einde van de Ramadan (4 dagen lang) was al op gang aan het komen op een pleintje tussen de blokken.


Bambi

Vanop het dak van een Bambi-blok

Na wat foto’s en observaties in het donker terug richting Stone Town gereden, en Eddie thuis afgezet (kast van een villa in de sjieke buurt).
We hadden het sublieme idee, aangezien we nu toch een huurwagen hadden voor 24 uur, om naar een party in een van de resorts aan de oostkust te rijden, en ginder te overnachten in het huisje van Makame en Ingrid. Tasi, een van de mannen van de Viavia, ging ons vergezellen om te gaan feesten, en vooral ook om de weg te wijzen naar het huisje en het feest. In het donker vertrouwden we toch niet zo op ons eigen navigatievermogen in de brousse. Na toch een keer verkeerd te zijn gereden (‘Tasi, are you sure it is this way?’) arriveerden we rond 11u op de Zamani beach party. Mooie lokatie, kampvuren op het strand, speakers tussen de palmbomen, enkel geen volk. We konden nergens anders heen (de resorts liggen ver uit elkaar, met honderden meters desolate grasvlakte ertussen), dus gelukkig voor ons begon de keet toch vol te lopen rond half 1. Een mengeling van rijke Zanzibari’s en enkele toeristen vulden de zanderige dansvloer. De sfeer zat er goed in, iets te goed misschien zelfs: Zanzibarianen hebben de vreemde gewoonte om in een grote kring te dansen, en dan moet er in het midden telkens iemand zijn danskunsten demonstreren, onder luide aanmoedigingen van de kring. Ook iemand van het andere geslacht vastpakken en er eens goed tegen schuren behoort tot de mogelijkheden in het midden van de kring. Uiteraard weigerden we koppig hieraan deel te nemen, en gelukkig waren ze het na een dik half uur zelf ook beu. Voor de rest was het in feite echt een goed feestje, en een paar uurtjes later reden we moe maar voldaan terug naar het huisje.
De volgende ochtend, na wat schelpjes te hebben geraapt op het hagelwitte oostkuststrand, reden we met ons Jeepke terug naar de westkust (de 24 uur waren bijna om). De rest van de zondag was niet echt productief te noemen. Ik (Maarten) nam eventjes de kajak van Makame om wat te gaan peddelen aan de kust, en Jasper sorteerde zijn foto’s op onze enige overlevende laptop.


Kringdansen, olé!

Jasper & Tasi

En Jasper zag dat het goed was...

De voorbije week was te oninteressant om veel over te vertellen. Maandag tot donderdag bestond voor mij uit: ’s morgens afspraken en interviews proberen te regelen met overheidsmensen (frustrerend) en archiefwerk. Jasper probeerde ondertussen digitale plannen vast te krijgen van Ghalib (zo mogelijk nog frustrerender). In de namiddag deden we observaties in Michenzani en Kilimani.

Update over vrijdag volgt nog!

woensdag 1 oktober 2008
















Vrijdagochtend lag tot mijn grote verbazing inderdaad de research permit op mij te wachten. Gewoon een a4-tje met foto en wat stempels. Maar aangekomen bij de staatsarchieven begon het spelletje opnieuw: je moet 1000 shilling per dag inkom betalen, en ook om dingen te kopiëren laten ze je graag betalen. Heel louche in feite, want toen ik maandag terugging toonden ze mij een papier dat je voor een membership van 1 maand 40 dollar moet betalen, en dat tot 3 dagen gratis is. Waar was mijn 1000 shilling dan voor nodig? Ze hebben hier voor de feestdagen met het einde van de ramadan blijkbaar allemaal drinkgeld nodig. Blij dat we iemand een pintje konden trakteren! De verantwoordelijke voor de membership was er wel niet die dag, dus hebben we nog geen 40 dollar betaald, en we hopen dat zo te houden.
Terwijl maarten in de boeken aan het snuisteren was, ging ik (jef) wat rondlopen in onze gekozen wijken om verder te observeren (mappen en fotograferen). Het ging allemaal op zijn ramadan’s : zeer traag wandelen van schaduw plek tot schaduw plek om mezelf niet te veel te vermoeien en zo meteen ook te besparen op mijn eigen drinkgeld ( want die thirst quenchers zijn met hun 4000 Tanzaniaanse shilling mijn duurste dorstlesser). Het gaat op deze manier wel vooruit nu we het werk gesplitst hebben nu maar hopen dat ze me niet het land uitzetten.

Vrijdagavond bleven we tot na zonsondergang in Stone Town, zodat we aan de Forodhani gardens de eetkraampjes eens konden testen. Pieter had ons in Dar es Salaam de Zanzibarian pizza aangeraden, en hij was inderdaad lekker: pizzadeeg belegd met kip of vlees of vis, groentjes en een eitje, en dan dichtgevouwen en op een warme plaat gebakken. Er was zelfs een variant met banaan en chocolade. Jammer dat we daarmee al genoeg hadden, want er was nog zoveel lekkers: brochettes van garnalen, vis, vlees, samosas (bladerdeegkoekjes met gehakt), krabben, chapati’s (kokospannekoeken), enz. Voldaan hesen we ons in dala dala op weg naar huis.

Zaterdag hebben we het rustig gehouden, aangezien de archieven niet open waren en het aan het regenen was.
Zondag zijn we dan in de voormiddag naar Jozani National park geweest, een natuurgebied van 50 km², met de oorspronkelijke tropische woudvegetatie van het eiland. We reden ernaartoe met een vriend van onze kok Babu. Hij was wel geen officieel taxichauffeur, wat een mooie reden was voor de politie onderweg om ons te doen stoppen en wat smeergeld van onze vriend te vragen. De politie drinkt natuurlijk ook al eens graag een pintje.
Jozani forest staat vol met Mahogany trees, groeiende meubels dus, en voor de rest wat palmsoorten en varens. Jasper ging op vlinderjacht met de camera, maar ze gaven zich niet volledig bloot met vleugeltjes open. De red colobus monkeys aan de rand van het park, een bedreigde diersoort die enkel op Zanzibar leeft, waren daarentegen heel camerageil.
Zondagnamiddag zijn we nog wat veldwerk gaan doen. Bij de Michenzani blokken zagen we dat er tenten en tafels opgesteld waren. Een man vertelde ons dat er ’s avonds daar zou gegeten worden, en nodigde ons uit. En inderdaad, rond zonsondergang was het daar opeens zwart van het volk ;). We namen gewoon wat foto’s voor ons veldwerk, en we gingen daarna nog een Zanzibarian pizza eten in Forodhani. Toen we terugkwamen in de Viavia was er een groep van 4 Britten aangekomen, die al goed in de Mojito’s waren gevlogen. Eentje van hen, Bruno, was dan ook van Braziliaanse origine, en hij speelde Spaanse liedjes op z’n gitaar. Hij vroeg Babu ook om in z’n haar dreadlocks te leggen zoals die van hem en Makame. Na drie hield hij het echter voor bekeken: grappig zicht!

Maandag was gewoon een archief- en veldwerkdag. ’s Avonds vergezelden we onze Britse vrienden voor een barbecue met krabben en een kampvuur op het strand. Babu ging mee als kok, dus de krabbetjes waren zeer lekker, met blaadjes als borden, African style! Bruno had ook de gitaar meegenomen, dus was het genieten onder de sterrenhemel. Op de weg van en naar het strand door de mangrove hilariteit en paniek alom met de drie gillende meisjes, die beweerden dat de krabben in de mangrove hen aanvielen. Waarschijnlijk wilden ze wraak nemen omdat we net hun vriendjes hadden opgegeten. Bruno bleek minder stoer dan hij eruit zag, want hij gilde zo mogelijk nog harder dan de Britse meiden. Nadien nog eventjes voor de bungalow een pintje gedronken met onze vrienden, en nadien veel te laat onze nest in. De volgende dag had Jasper namelijk een afspraak om 8 uur voor een rondleiding door Kilimani. Het archief gaat ook open om 8 uur, dus konden we beiden niet uitslapen.

Ps. Onze namen:
Tijdens de toeristische zondagvoormiddag bleken de locals last te hebben met mijn naam, zelfs de vereenvoudiging “jef” is niet goed genoeg. Mijn naam “jef” is verzanzibariaanst tot “jaffaar” en voor de zanzibariaanse rasta’s is dat gelijk aan “jaffaareys” afkomstig van “I rasta fareye”. Maar met maarten hebben ze duidelijk geen probleem tenzij het ze het te vrouwelijk zouden uitspreken. Dat ze de naam maarten en misschien maarten zelf ook mooi vinden kunnen we afleiden uit zijn succes bij eerst de security agente in de bib van ardhi university en nu vervolgens in het archief. Beide dames lachen hun tanden bloot als ze maarten zien binnenkomen en “mambo martin” zeggen. Ik wil dit nog eventjes kwijt mensen: “nomen is omen”, denk na voor je een naam geeft aan je kleine… ( niet dat ik te klagen heb… ik heb ondertussen wel al een lange lijst met namen en bijnamen, keuze genoeg naargelang mijn gemoedstoestand) aaaaijt