zaterdag 25 oktober 2008

Back to Belgium

Stiekem zijn we al terug thuis. We hebben weinig tijd/zin gehad om onze blog nog te updaten de laatste twee weken. Toch nog eventjes vermelden wat we allemaal hebben gedaan nog, en nog wat foto's uploaden:

Vrijdag 10 okt, met mijn (Maarten) verjaardag, hebben we taart gegeten (lekker fluoblauw, mmm) en daarna een stapje in de wereld van de lokale disco gezet. Zaterdag en zondag waren gewoon uitrustdagen in de Viavia.
Maandag tot vrijdag hebben we ons veldwerk afgerond: nog wat foto's genomen overal, nog wat last-minute observaties, en afscheid nemen van al onze gidsen en contactpersonen.
Zaterdagochtend namen we dan om 7u 's morgens (geeuw) de boot naar Dar es Salaam, om voor de middag bij de organisator van de safari's te zijn. We ontmoetten daar Veerle, onze mede-archi-in-Tanzania. We regelden samen met haar een safari naar Selous game reserve voor 3 dagen en twee nachten, te vertrekken vanaf maandag. 's Avonds zijn we gezellig iets gaan eten met Johan en Pfaf, onze Zuid-Afrikaanse vrienden, en Marius, een vriend van hen (prettig gestoorde kerel). We hadden hen 2 maand niet gezien, dus ze hadden veel te vertellen over hun grote 'machine' die ze hadden geïnstalleerd bij Vodacom (gsm-operator). Het was wel al de tweede machine, want Tanzanianen slagen er blijkbaar in om machines van meer dan $500 000 kwijt te spelen in een magazijn ergens op een vliegveld.
Zondag hebben we productief doorgebracht door naar Kipepeo beach te gaan en op het strand te gaan liggen. 's Avonds pikten we nog een filmpje mee in Mlimani City, maar jammer genoeg zaten we niet in de zaal met 'the biggest screen of East Africa'.


De boot naar Kipepeo beach

Dar vanop de boot naar Kipepeo

Maandag was het dan eindelijk zo ver: Safari-time! Selous Game Reserve is het grootste Nationaal park van Afrika, en misschien ook van de wereld: 50 000km² ongerepte natuur vol wilde dieren.
Na 7 uur rijden kwamen we aan in Hippo Camp, prachtig gelegen aan de oever van de machtige Rufiji rivier, net buiten de grens van Selous. We deden een boat safari en zagen nijlpaarden, krokodillen, aapjes en veel vogels.
Na een korte nacht vol nijlpaardgeluiden uit de rivier trokken we dinsdag om 6.30u met de jeep het park zelf in. Ik zal de foto's voor zichzelf laten spreken: giraffen, impala's, wilde honden (heel zeldzaam om te zien naar het schijnt, we hadden geluk), wrattenzwijnen (pumba's), veel vogeltjes, leeuwen, olifanten, buffels, krokodillen, nijlpaarden, ...
Mooi verhaal: Toen we met de jeep op 2 meter van een groep van 4 volwassen leeuwen geparkeerd stonden wilde de Jeep plots niet meer starten. 'Empty battery' zei onze gids lichtjes bezorgd. Na een aantal minuten proberen te starten leek er niets anders op te zitten dan uit te stappen en de auto in gang te duwen. Gelukkig hadden de leeuwen de nacht voordien iets gevangen, en lagen ze met overvolle magen lui te wezen onder een boom. Jasper en ik dus uitgestapt langs de linkerkant van de jeep (de leeuwen lagen rechts), en beginnen duwen ('be very quiet'). Na twee pogingen sloeg de motor aan. De leeuwen waren nu toch lichtjes geïnteresseerd beginnen kijken van alle commotie, maar voor ze het wisten zaten we terug in de jeep.
Op de terugweg kwamen we een olifant tegen die na een paar minuutjes genoeg van ons kreeg, en ons begon te intimideren: hij liep naar onze jeep en begon te grommen en flapperen met z'n oren: tijd om weg te wezen! Al bij al een heel mooie dag.
Woensdag deden we nog een wandeltocht aan de rand van het park, maar jammer genoeg zagen we geen dieren, buiten wat vogels en wat bavianen. Nadien begonnen we moe maar voldaan aan de lange rit terug naar Dar es Salaam. De safari was absoluut de moeite!


















Donderdag was rustig. Hier en daar nog wat inkopen gaan doen, nog wat boeken gaan terugbrengen. 's Avonds afscheid genomen van Johan en Pfaf, op het terras van Slipway, met zicht over Oyster bay. De Zuid-Afrikanen raadden ons aan om onze laatste dag nog naar Bongoyo island te gaan: een klein eilandje met een mooi strand, voor de kust van Dar. Wie zijn wij om goede raad in de wind te slaan?
Op de boot naar het eiland ontmoetten we nog een Zuid-Afrikaan, Gert, die 7 maanden in Selous had gewerkt als natuurbeheerder. Natuurlijk kende hij ook Pfaf en Johan (it's a small world).
Na een paar uurtjes op het strand keerden we terug naar Dar, pakten we onze spullen, en namen we een taxi naar de luchthaven. Security, passport control, check in en wegwezen!

Al bij de tussenlanding in Zurich vanochtend werd het ons pijnlijk duidelijk: de klimaatopwarming is nog niet zo ver gevorderd dat Europa het hele jaar door temperaturen van 30°C of meer heeft. Brrr.

zaterdag 11 oktober 2008

Gegroet lezermensjes,

Opnieuw een eindje geleden, ook nu geen uitvluchten om onze afwezigheid op het internetwereldje te rechtvaardigen, we zijn gewoon enorm druk bezig met te feesten en te drinken enz… en af en toe nog eens een afspraak je met een of andere pipo waarvan we denken dat hij ons iets kan vertellen, sorry geëmancipeerde dames maar tot nu toe zijn we nog geen hoog geplaatst iemand tegen gekomen van het andere geslacht (toch niet in de architectuur wereld hier).

Waar waren we gebleven: maandagavond een gezellige avond met enkele Britten ( dat is wel leuk dat er hier af en toe eens jongeren binnenvallen waarmee we een luchtige babbel kunnen doen. Het zorgt meteen ook voor wat afwisseling in onze avondactiviteiten, zo zouden we ( maarten en ik hoe tof ik hem ook mag vinden) nooit met z’n tweeën een gezellig avondje rond een kampvuurtje hebben gehad. Laat staan dat er dan gitaar gespeeld zou worden en dat we samen zouden zingen.

Het werd uiteindelijk relatief laat voor ons ( want meestal, toch sinds we in zanzibar zijn, liggen we reeds om 22-23u in ons bed ). En ik had om 8u een afspraak met iemand die me een rondleiding zou geven in een te onderzoeken wijk: kilimani ( kili = heuvel/berg … mani ben ik vergeten). Wat ons bezield had om die afspraak zo vroeg te zetten weet ik niet meer, maar als ik me niet vergis had het iets te maken met het feit dat dinsdag 30 september de laatste dag van de ramadan was en dat woensdag en donderdag officiële feestdagen zijn. Jaja mijn gids ( assistent van onze contact persoon hier) wou zo vroeg mogelijk die rondleiding doen zodat hij nog s’ochtends kon gaan “werken”. In ieder geval de afspraak is door gegaan. Het was een kort en bondig bezoekje aan de wijk en enkele woningen. Na een uurtje had hij mij reeds aan mijn lot overgelaten en liep ik er rond als een aan speed verslaafde toerist. Ik kreeg kramp in mijn rechter wijsvinger van steeds maar op het fotoknopje te drukken en dat op een zo subtiel mogelijke manier, want de mensen hebben dat niet graag dat je foto’s maakt. ( sommigen vragen om een foto en willen dan op een of andere manier dat je dan meteen die foto geeft… de kinderen maken er dan weer een spelletje van: “mzungu, mzungu, take a picta”, “white guy, white guy take a picture” en als je dan een foto wil nemen gaan ze zich zo snel mogelijk verstoppen. ) En niet alleen daarom moest ik op mijn hoede zijn, ik ben toen ook enkele keren aangesproken geweest door de bewoners zelf dat ik moest opletten, want aan de overkant van de straat was er een gevangenis en de politie heeft het niet zo voor gluurders. Laat staan wandelende fototoestellen. Het was een boeiende ochtend in het zwoele zanzibar terwijl maarten mocht uitslapen. Maar maarten wou ook het maximale halen uit die frustrerende openingsuren van het staatsarchief en ging dus weer boven de boeken hangen opzoek naar vermistte plannen of plannen in een veel te slechte staat om te pakken te krijgen.

Dinsdagmiddag: het was weer een warme dag en we zijn zoals bijna elke dag tijdens de ramadan naar de Amore Mio gegaan voor onze lunch. Mmm lekker…. Die thirst quencher manmanman…op de terug weg gingen we beiden nog eventjes naar de bank zodat we onze rekening in de viavia konden vereffenen. Je voelt het misschien al aankomen want ik denk dat we nu voor de eerste keer een bank vernoemen… jaja we zijn beroofd geweest. Onze beide portefeuilles zijn gestolen op het moment dat we een dala dala wouden instappen. We waren verwittigd dat de laatste dagen van de ramadan gevaarlijk waren voor toeristen want de armere mensen worden wanhopiger om geld in hun handen te krijgen en gaan van vuile klusjes opknappen voor anderen over naar stelen. Beiden tevreden van ons werk hadden al onze aandacht gegeven aan onze rugzak, waar onze dure fototoestellen in zaten, waardoor we pas in de daladala opmerkten dat tijdens het immens geduw en getrek bij het instappen onze portefeuilles gestolen waren. Nadat we onze kaarten hebben stop gezet en al meer op ons gemak waren hebben we maar voor de rest van de dag naar hersenloze diverterende films gekeken. Het probleem was, zowel de bankkaarten van maarten als de mijne zijn dus gestolen en moeten we het dus redden door te leven met het geld dat Ingrid, onze zanzibariaanse vlaamse 2de mama, ons voorschiet. Niet meteen het handigste maar toch beter dan niets. En laten we het positief bekijken maarten en ik hebben weer enkele mensen gelukkig gemaakt: met 360 000 TSH hebben die boeven ongeveer 2 gemiddelde jaarlonen te pakken. Ze hebben zich dus lazarus kunnen drinken tijdens de 4dagen lange festiviteiten. En misschien hebben ze zelf nieuwe kleren kunnen kopen of zeep …

Woensdag- donderdag: de officiële feestdagen: maarten kon niet naar de archieven dus hebben we ook maar vrijaf genomen(= lekker lang uitslapen). Woensdag middag was er op de viavia een kinderfeestje, kennissen van Ingrid en vriendjes en vriendinnetjes werden uitgenodigd voor een danspartijtje en een lekkere bbq. Het werd een middagje surfen op het internet terwijl maarten een ritje ging maken samen met “crazy”babu (onze Spice tour gids) op de vespa. ( wat er allemaal precies gebeurt is tijdens die rit, daar weet ik dus niets van ...). Ideaal voor een dagje lekker niets doen. En dat lekker niets doen werd donderdag voortgezet.
Ik (Maarten) Zal eventjes aanvullen: We zijn in de brousse gaan rondcrossen op de Vespa, op bezoek bij Babu zijn familie. Tijdens de feestdagen is het de gewoonte in Zanzibar dat iedereen langsgaat bij de familie, en dan delen ze koekjes en kokosbrood aan elkaar uit (lekker!). We passeerden ook bij wat kennissen van Babu, waar we eindelijk de ons reeds lang beloofde ‘Papaya wine’ te pakken kregen: straf spul (minstens 40%) gestookt van, u raadt het, Papaya’s.
Vrijdag, de kantoren zijn terug open dus maarten en ik gingen weer op stap. Maarten had terug een afspraak met de “mambo martin(e)”dames, en vriendelijke kerel van het archief, RRRRRAWWWWRRR!!! Terwijl ik nog eens naar het kantoor van onze contact persoon ging om te kijken voor de digitale plannen van de stad en nadien weer de observerende toerist te spelen in de te onderzoeken wijken.
Ik (Maarten) wil er toch nog even aan toevoegen dat ik vermoed dat die kerel van het archief vooral vriendelijk is omdat ze geld aan mij verdienen (3 dollar per foto van een plan, en 40 dollar membership).

Op zaterdag hadden we het plan om naar Bambi (copyright Walt Disney) en Chaani te gaan kijken, twee grote modernistische projecten in de brousse van Zanzibar. We gingen ernaartoe met onze gids Eddie, maar aangezien die plekken quasi onbereikbaar zijn zonder taxi, en Eddie geen auto kon lenen hebben we er eentje gehuurd. Omdat Eddie geen vergunning heeft als chauffeur van Wazungu’s (blanken) moest ik (Maarten) wel rijden. Ik had voor dit soort gevallen een internationaal rijbewijs meegenomen, maar we waren er toch niet happig op om ons in het zotte Zanzibariaanse verkeer te wagen. Na 3 keer geïnformeerd te hebben of te verzekering in orde was (de kans op een ongeval leek ons vrij reëel) vertrokken we met ons Suzuki Jeepke, links rijdend. In tegenstelling tot de kustweg in Bububu waren de binnenlandse wegen heel rustig, en gevaarlijker voor de voetgangers en fietsers dan voor ons.
Na 45 minuten door de brousse te rijden doemden de Chaani appartementsblokken opeens op tussen de palmbomen, echt wel the middle of nowhere. Na wat observaties zetten we koers naar Bambi. Voor de ecologen onder ons: jeeps zijn hier echt wel geen overbodige luxe. Bambi lag zo mogelijk nog meer afgelegen dan Chaani. We moesten navigeren langs kilometerslange wegen die ‘under construction’ waren, en een ‘shortcut’ door godverlaten dorpjes waar de kippen de zwakke weggebruikers zijn. Nog net voor het donker kwamen we in Bambi aan, en het feest voor het einde van de Ramadan (4 dagen lang) was al op gang aan het komen op een pleintje tussen de blokken.


Bambi

Vanop het dak van een Bambi-blok

Na wat foto’s en observaties in het donker terug richting Stone Town gereden, en Eddie thuis afgezet (kast van een villa in de sjieke buurt).
We hadden het sublieme idee, aangezien we nu toch een huurwagen hadden voor 24 uur, om naar een party in een van de resorts aan de oostkust te rijden, en ginder te overnachten in het huisje van Makame en Ingrid. Tasi, een van de mannen van de Viavia, ging ons vergezellen om te gaan feesten, en vooral ook om de weg te wijzen naar het huisje en het feest. In het donker vertrouwden we toch niet zo op ons eigen navigatievermogen in de brousse. Na toch een keer verkeerd te zijn gereden (‘Tasi, are you sure it is this way?’) arriveerden we rond 11u op de Zamani beach party. Mooie lokatie, kampvuren op het strand, speakers tussen de palmbomen, enkel geen volk. We konden nergens anders heen (de resorts liggen ver uit elkaar, met honderden meters desolate grasvlakte ertussen), dus gelukkig voor ons begon de keet toch vol te lopen rond half 1. Een mengeling van rijke Zanzibari’s en enkele toeristen vulden de zanderige dansvloer. De sfeer zat er goed in, iets te goed misschien zelfs: Zanzibarianen hebben de vreemde gewoonte om in een grote kring te dansen, en dan moet er in het midden telkens iemand zijn danskunsten demonstreren, onder luide aanmoedigingen van de kring. Ook iemand van het andere geslacht vastpakken en er eens goed tegen schuren behoort tot de mogelijkheden in het midden van de kring. Uiteraard weigerden we koppig hieraan deel te nemen, en gelukkig waren ze het na een dik half uur zelf ook beu. Voor de rest was het in feite echt een goed feestje, en een paar uurtjes later reden we moe maar voldaan terug naar het huisje.
De volgende ochtend, na wat schelpjes te hebben geraapt op het hagelwitte oostkuststrand, reden we met ons Jeepke terug naar de westkust (de 24 uur waren bijna om). De rest van de zondag was niet echt productief te noemen. Ik (Maarten) nam eventjes de kajak van Makame om wat te gaan peddelen aan de kust, en Jasper sorteerde zijn foto’s op onze enige overlevende laptop.


Kringdansen, olé!

Jasper & Tasi

En Jasper zag dat het goed was...

De voorbije week was te oninteressant om veel over te vertellen. Maandag tot donderdag bestond voor mij uit: ’s morgens afspraken en interviews proberen te regelen met overheidsmensen (frustrerend) en archiefwerk. Jasper probeerde ondertussen digitale plannen vast te krijgen van Ghalib (zo mogelijk nog frustrerender). In de namiddag deden we observaties in Michenzani en Kilimani.

Update over vrijdag volgt nog!

woensdag 1 oktober 2008
















Vrijdagochtend lag tot mijn grote verbazing inderdaad de research permit op mij te wachten. Gewoon een a4-tje met foto en wat stempels. Maar aangekomen bij de staatsarchieven begon het spelletje opnieuw: je moet 1000 shilling per dag inkom betalen, en ook om dingen te kopiëren laten ze je graag betalen. Heel louche in feite, want toen ik maandag terugging toonden ze mij een papier dat je voor een membership van 1 maand 40 dollar moet betalen, en dat tot 3 dagen gratis is. Waar was mijn 1000 shilling dan voor nodig? Ze hebben hier voor de feestdagen met het einde van de ramadan blijkbaar allemaal drinkgeld nodig. Blij dat we iemand een pintje konden trakteren! De verantwoordelijke voor de membership was er wel niet die dag, dus hebben we nog geen 40 dollar betaald, en we hopen dat zo te houden.
Terwijl maarten in de boeken aan het snuisteren was, ging ik (jef) wat rondlopen in onze gekozen wijken om verder te observeren (mappen en fotograferen). Het ging allemaal op zijn ramadan’s : zeer traag wandelen van schaduw plek tot schaduw plek om mezelf niet te veel te vermoeien en zo meteen ook te besparen op mijn eigen drinkgeld ( want die thirst quenchers zijn met hun 4000 Tanzaniaanse shilling mijn duurste dorstlesser). Het gaat op deze manier wel vooruit nu we het werk gesplitst hebben nu maar hopen dat ze me niet het land uitzetten.

Vrijdagavond bleven we tot na zonsondergang in Stone Town, zodat we aan de Forodhani gardens de eetkraampjes eens konden testen. Pieter had ons in Dar es Salaam de Zanzibarian pizza aangeraden, en hij was inderdaad lekker: pizzadeeg belegd met kip of vlees of vis, groentjes en een eitje, en dan dichtgevouwen en op een warme plaat gebakken. Er was zelfs een variant met banaan en chocolade. Jammer dat we daarmee al genoeg hadden, want er was nog zoveel lekkers: brochettes van garnalen, vis, vlees, samosas (bladerdeegkoekjes met gehakt), krabben, chapati’s (kokospannekoeken), enz. Voldaan hesen we ons in dala dala op weg naar huis.

Zaterdag hebben we het rustig gehouden, aangezien de archieven niet open waren en het aan het regenen was.
Zondag zijn we dan in de voormiddag naar Jozani National park geweest, een natuurgebied van 50 km², met de oorspronkelijke tropische woudvegetatie van het eiland. We reden ernaartoe met een vriend van onze kok Babu. Hij was wel geen officieel taxichauffeur, wat een mooie reden was voor de politie onderweg om ons te doen stoppen en wat smeergeld van onze vriend te vragen. De politie drinkt natuurlijk ook al eens graag een pintje.
Jozani forest staat vol met Mahogany trees, groeiende meubels dus, en voor de rest wat palmsoorten en varens. Jasper ging op vlinderjacht met de camera, maar ze gaven zich niet volledig bloot met vleugeltjes open. De red colobus monkeys aan de rand van het park, een bedreigde diersoort die enkel op Zanzibar leeft, waren daarentegen heel camerageil.
Zondagnamiddag zijn we nog wat veldwerk gaan doen. Bij de Michenzani blokken zagen we dat er tenten en tafels opgesteld waren. Een man vertelde ons dat er ’s avonds daar zou gegeten worden, en nodigde ons uit. En inderdaad, rond zonsondergang was het daar opeens zwart van het volk ;). We namen gewoon wat foto’s voor ons veldwerk, en we gingen daarna nog een Zanzibarian pizza eten in Forodhani. Toen we terugkwamen in de Viavia was er een groep van 4 Britten aangekomen, die al goed in de Mojito’s waren gevlogen. Eentje van hen, Bruno, was dan ook van Braziliaanse origine, en hij speelde Spaanse liedjes op z’n gitaar. Hij vroeg Babu ook om in z’n haar dreadlocks te leggen zoals die van hem en Makame. Na drie hield hij het echter voor bekeken: grappig zicht!

Maandag was gewoon een archief- en veldwerkdag. ’s Avonds vergezelden we onze Britse vrienden voor een barbecue met krabben en een kampvuur op het strand. Babu ging mee als kok, dus de krabbetjes waren zeer lekker, met blaadjes als borden, African style! Bruno had ook de gitaar meegenomen, dus was het genieten onder de sterrenhemel. Op de weg van en naar het strand door de mangrove hilariteit en paniek alom met de drie gillende meisjes, die beweerden dat de krabben in de mangrove hen aanvielen. Waarschijnlijk wilden ze wraak nemen omdat we net hun vriendjes hadden opgegeten. Bruno bleek minder stoer dan hij eruit zag, want hij gilde zo mogelijk nog harder dan de Britse meiden. Nadien nog eventjes voor de bungalow een pintje gedronken met onze vrienden, en nadien veel te laat onze nest in. De volgende dag had Jasper namelijk een afspraak om 8 uur voor een rondleiding door Kilimani. Het archief gaat ook open om 8 uur, dus konden we beiden niet uitslapen.

Ps. Onze namen:
Tijdens de toeristische zondagvoormiddag bleken de locals last te hebben met mijn naam, zelfs de vereenvoudiging “jef” is niet goed genoeg. Mijn naam “jef” is verzanzibariaanst tot “jaffaar” en voor de zanzibariaanse rasta’s is dat gelijk aan “jaffaareys” afkomstig van “I rasta fareye”. Maar met maarten hebben ze duidelijk geen probleem tenzij het ze het te vrouwelijk zouden uitspreken. Dat ze de naam maarten en misschien maarten zelf ook mooi vinden kunnen we afleiden uit zijn succes bij eerst de security agente in de bib van ardhi university en nu vervolgens in het archief. Beide dames lachen hun tanden bloot als ze maarten zien binnenkomen en “mambo martin” zeggen. Ik wil dit nog eventjes kwijt mensen: “nomen is omen”, denk na voor je een naam geeft aan je kleine… ( niet dat ik te klagen heb… ik heb ondertussen wel al een lange lijst met namen en bijnamen, keuze genoeg naargelang mijn gemoedstoestand) aaaaijt

donderdag 25 september 2008

Dinsdag, woensdag en donderdag hebben we veel interviews afgenomen samen met onze gids Eddie. Het dagpatroon bestond uit: opstaan om 8u, dala dala nemen naar de stad, rondlopen met Eddie en interviews afnemen tot hij moet gaan bidden smiddag’s, dan eventjes iets gaan eten, ’s namiddags nog drie uurtjes rondlopen met Eddie, en vervolgens terug de dala dala op naar Bububu. Hard werken dus, bij 30°C rondlopen in de zon, en afzien voor onze vriend Eddie, die vast tijdens de Ramadan en dus niet mag drinken. Alles voor Allah!

Vrijdag hebben we eventjes het werk overlopen, en interviews ingetypt. Er was is de Viavia de vorige avond een groep van Joker reizen aangekomen die er twee dagen zou blijven. Tot onze grote vreugde bestond de groep uit 11 bevallige jonge deernes, en slechts 3 mannen. Vrijdagavond had Ingrid voor hen een feestje in elkaar gestoken: stoelen in de bar aan de kant, en live Afrikaanse muziek. Veel kontschuddende negertjes en negerinnetjes later werden dan de Belgische konten en iPods bovengehaald. Op de tonen van westerse muziek, waaronder natuurlijk Milk inc., hebben we onze lokale vrienden dan geleerd wat de 90ies zijn! Onze rasta vriend Mzushi, vaste klant in onze bar, kon ons echter wel nog veel bijleren op vlak van marginale danspasjes: de hondjes dans (met tong uit de mond) en de tralali-tralala (met handjes in de lucht), subliem!

De volgende dag hebben we het rustig gehouden, met nog wat interviews overlopen, en vragen verzinnen voor de interviews met de mensen van de overheid.
Zondag was het plan om volledig de toerist uit te hangen. We zijn dan smorgen’s vroeg naar Stone Town gegaan, en hebben een bootje met schipper en snorkelgerief gehuurd. Het plan was om te gaan snorkelen en naar Pison island te gaan. We hadden beiden nog nooit gesnorkeld, en we wisten totaal niet hoe het ging verlopen. We voeren met ons bootje in de richting van Bao island. Op een gegeven moment werd het water lichtblauw en kon je de bodem en het koraalrif zien. Onze schipper legde het bootje stil, en verzekerde ons: ‘is nice here, no sharks, no baracuda’s’. Ok, goed om te weten. We deden onze zwemvliezen en snorkeltjes aan, en twee minuten later zaten we in een wondere onderwaterwereld. Het rif zat vol met van die tropische vissen als op National Geographic, maar dan in het echt. Knalgele, oranje, blauwe, zebra, grijs met paars, pikzwart, Nemo’tjes, en alle kleuren van de regenboog gecombineerd. Soms zwom er een school piepkleine visjes voor je uit, die dan mooi samen uit de weg gingen en terug samenkwamen. Eén vissoort, die grijze met paars, waren heel nieuwsgierig, en bleven op 30 cm van je zwemmen en je frontaal aankijken tot je weer voorbij was, heel grappig. Er waren ook van die zeeanemonen waar de visjes tussenvluchten voor bescherming, en een soort stekelige zwarte schepsels op de bodem (zee-egels?).





Toen we alles gezien hadden wat we wilden zien zijn we terug aan boord geklommen, en zetten we koers naar Prison Island. Daar was weinig boeiends te zien, buiten de reuzenschildpadden die we wat onkruid mochten voederen, en een oude gevangenis die nooit als gevangenis gebruikt is geweest.
Blijkbaar schort er toch nog iets aan het concept van een voormiddag met je buik in het water gaan liggen: want een paar uur later bleek dat onze ruggen een kreeftmutatie hadden ondergaan: knalroodverbrand. Liters aftersun-lotion later zijn we dan in de minst pijnlijke houding in ons bedje gekropen. Volgende keer toch best insmeren met super-waterproof zonnecrème.

Maandag zijn we begonnen met meetings te regelen met de mensen van de overheid, samen met mr. Udi, een architect die bevriend is met onze begeleider Ghalib, en die meer tijd voor ons heeft dan Ghalib zelf. Jammer genoeg zijn die overheidsmensen vaak druk bezet, of ze doen tenminste alsof, en werken ze niet al te hard tijdens de Ramadan (buiten de Ramadan misschien ook niet). Het kost dus veel moeite om al die mensen te pakken te krijgen.
Bij de Town engineer hadden we geluk, want die wilde graag met ons spreken, maar de director van de Michenzani Construction department vroeg jammer genoeg naar onze Research permit, die we nog steeds niet aangevraagd hadden. Als we met die mensen wilden spreken was het dus blijkbaar toch nodig om een permit aan te vragen. We zijn woensdag dan maar begonnen met naar de Chief minister’s (de eerste minister) office te gaan, gewapend met onze aanbevelingsbrief van de Ardhi University in Dar es Salaam. Om 9 uur stonden we paraat, maar de verantwoordelijke zou om 11u er pas zijn. Om tien voor 12 was hij er dus (Swahili time, African style). Hij gaf ons elk een formulier mee, dat we 3 keer moesten kopiëren, invullen, en 3 pasfoto’s erop plakken. Voor de zachte prijs, ahum, van 75 dollar zouden we dan een research permit krijgen. Na een bezoekje aan de copyshop en de Photo-express service, begon het ons te dagen dat ze ons waarschijnlijk 2 permits wilden aansmeren aangezien we met 2 zijn. Dan zijn we teruggegaan en begonnen met uitleggen dat we wel degelijk maar 1 onderzoek doen, en maar 1 thesis schrijven, maar dan zeiden ze: ‘ja maar dat staat niet op uw brief van de Universiteit’. Na wat onderhandelen van mr. Udi gingen ze er nog eens over nadenken. Ondertussen was het al 2 uur gepasseerd, het leuke uur waarop precies alles van de overheid hier sluit, dus konden we die dag niks nuttig meer uitvoeren.

Donderdagochtend zijn we dan met onze formuliertjes netjes ingevuld teruggegaan, maar toen we bij het kantoor om te betalen aankwamen kwam het erop neer dat ze ons toch twee keer 75 dollar wilden laten betalen: ‘Yes, but you are with two persons so you need two permits, because it is with a picture, and blablabla…’. We gaven ons niet zo snel gewonnen natuurlijk, en we zeiden dan maar dat we maar 1 permit moesten hebben, en dat de andere dan wel zou thuisblijven van het onderzoek. Na wat gediscussieer stemden ze er dan mee in dat ik een permit nam en Jasper zogezegd zou thuisblijven, met de waarchuwing: ‘yes, but the other one has to stay home, otherwise if the security officer sees you two, you have 24 hours to leave the country’. Ok, dag en bedankt. Morgenvroeg zouden we de permit mogen afhalen. We zijn benieuwd.

maandag 15 september 2008


Zicht op de Michenzani blokken vanop het dak van blok 8.


Wij met (een van) onze gids(en) Abraham.


Groepsfoto met de East Bush family.


Eetfestijn bij Abraham en zn vrienden.


"Vijver" in Magomeni.


Voetbalveld in Kikwajuni met brandend afval en wandelende grasmaaier.


'Schat, kan je de dampkap eventjes aanzetten?'



Op vrijdagochtend zijn we met onze gids Eddie, vriend en collega van onze eerste gids Babu, naar Miembeni gegaan, de buurt achter Michenzani blok nummer 9. We wilden opnieuw de Shehia spreken die ons een paar dagen eerder al had ontmoet. Hij had weinig tijd voor een interview blijkbaar, een half uurtje vond hij blijkbaar immens lang, dus maakten we met hem een afspraak voor zaterdagochtend.

Dan zijn we maar naar Kikwajuni gegaan, de wijk waar de Shehia ons niet wou helpen, maar waar we een paar dagen eerder die man hadden ontmoet. Die had wel tijd genoeg om op onze vragen te antwoorden, want in feite is hij werkloos. Hij zit gewoon de hele dag op straat te wachten tot iemand hem een jobke geeft. We hebben de indruk dat er zo wel meer mensen zijn in Zanzibar, werkloosheid is hier een groot probleem. Hij was dan ook heel arm, had geen geld voor water en elektriciteit, maar hij was wel heel gastvrij. We mochten in zijn huis, dat hij gekregen had van een vriend, rondkijken en foto’s nemen. Hij toonde ons alle kamertjes, en met een brede smile toonde hij ons zijn speciale kamer voor zijn ‘sexuality’, een relatief propere kamer met een tweepersoonsbed erin. Voor de rest was alles wel heel primitief. Zijn toilet was gewoon een betonnen put in de grond, en zijn afval smeet hij gewoon rondom het voetbalveld een beetje verder (zoals iedereen blijkbaar, waarna het dan lekker in de fik wordt gestoken. Niets gaat boven de verse geur van brandend plastic, mmm). Al bij al een heel goed gesprek, armoede en vriendelijkheid gaan blijkbaar hand in hand.

Zaterdag zijn we met Abraham, gids nummer 3 (Eddie moest naar een begrafenis), naar de Shehia van Miembeni gegaan. Een echte grapjas blijkbaar, want Abraham lag de hele tijd strijk met z’n mopjes (helaas is ons Swahili nog niet zo schitterend). Nadien zijn we onze vragenlijsten, mooi vertaald naar het Swahili, gaan kopiëren en beginnen uitdelen in de wijk. Abraham moest wat toeristen gaan rondleiden, dus werden we verder geholpen door zijn vriend Chuni, gids nummer 4 op 4 dagen tijd, geboren en getogen in Miembeni. Een paar uurtjes later gingen we de vragenlijsten ophalen, en er waren toch al 4 mensen die hem keurig hadden ingevuld, hoera!
Vlak voor zonsondergang gingen we nog met Abraham en z’n vriend Ibrahim langs de wijk waar hij woont, een beetje verder van het centrum: Magomeni. Ze hebben hier veel last van overstromingen, waardoor er geregeld huizen wegzakken in de grond, zodat alleen het dak nog zichtbaar is. In het midden van de wijk is ook een gigantische vijver van overstromingswater dat niet meer wegtrekt. Volgens Abraham zitten er zelfs vissen in, zodat het naastliggende voetbalveld tijdens het regenseizoen kan gebruikt worden als visvijver. De mensen gebruiken het water uit deze “vijver” (lees: open riool bezaaid met afval en kraaienstront) ook om te wassen, koken, en zelfs drinken. Boodschap van Abraham: ‘Whatever you do in this neighbourhood, don’t take away the water!’

’s Avonds werden we uitgenodigd door Abraham om na zonsondergang samen met hem en zijn studentenvrienden te gaan eten bij een van zn kameraden thuis. Tijdens de Ramadan mag er overdag niet gegeten en gedronken worden, maar na zonsondergang beginnen ze te schranzen tot ze erbij neervallen. We zaten met een man of 20 allemaal in een kringetje op de grond, en in het midden stonden allemaal schotels met superlekkere gerechten: kaneelthee en mangosap, oliebollen met honing, patatjes en vlees in kokosnootsaus, chapati, zoete bananen, gegrillde viskes, … Abraham had ons op voorhand gevraagd van ons fototoestel mee te nemen, met als gevolg dat het eetfestijn nadien uitmondde in een fotoshoot (‘hey mister, take a picture of us). Zowat 50 foto’s later namen we afscheid van de East Bush Family (de naam van hun studentenvereniging) en gingen we blij en voldaan op weg terug naar Bububu.

Zondag zijn we met Eddie naar zijn thuis gegaan, hij woont in een flat in Michenzani blok nummer 4, en hebben we zijn moeder geïnterviewd. Nadien zijn we ook naar zijn broer gegaan, die blijkbaar nog lag te slapen toen we langskwamen rond 11.30u. Tijdens de Ramadan is niemand echt heel actief hebben we al gemerkt. Hij deelde ook nog wat van onze vragenlijsten uit bij z’n buren in blok 8. ’s Middags zijn we iets gaan drinken terwijl Eddie ging bidden in de moskee, en nadien zijn we nog wat vragenlijsten gaan ophalen in Miembeni. De oogst was deze keer wat minder, 2 half ingevulde lijsten, en sommigen waren spoorloos verdwenen. Dus: 4 deftig ingevulde lijsten op 20 uitgedeelde. Nadien zijn we nog wat vragenlijsten gaan uitdelen in blok nummer 9, en een interview gaan afnemen van een vriendelijke vrouw, iemand die eindelijk onze vragen eens deftig begreep.

Maandag rustdag, dan kunnen we eindelijk onze interviews eens verwerken.

donderdag 11 september 2008

Werkwerkwerk

De voorbije week hebben we al heel hard gewerkt. Maandag en dinsdag zijn we gaan rondlopen in de wijken rond de Michenzani blokken, met een kaartje gebaseerd op een luchtfoto in de hand. Dan hebben we systematisch de gebouwhoogtes en de winkeltjes in kaart gebracht. Soms keken de mensen wel raar op dat er twee Mzungu's (blanken) langskwamen om nota's te nemen. Sommige mensen keken een beetje argwanend en zeiden geen goeiedag terug als we iets zeiden. De kindjes daarentegen waren meestal heel blij om ons te zien en roepen allemaal: Mzungu, mzungu! En dan zeggen wij: Mambovipi! (hallo, hoe gaat het?) En dan zeggen ze in koor: Poa! (cool). In de wijk rond het Kikwajuni project was er wel een supervriendelijke oude man die meteen ons aansprak en zei dat als we vragen hadden we maar naar hem moesten komen, en hij wees ons meteen zn huis aan en stelde ons zn familie voor. In een andere wijk kwam de Shehia, een soort dorpshoofd, meteen in paniek op ons afgelopen om te vragen wat we kwamen doen.

Het bleek dus toch slimmer om eerst bij alle Shehias langs te gaan om ons te gaan voorstellen, en dat is dus wat we gedaan hebben op woensdag en donderdag. Wegens de ramadan moesten we wel wachten tot het bijna etenstijd was, tegen zonsondergang dus, omdat ze dan volgens onze gids Babu dan wat beter gezind zijn omdat ze bijna mogen gaan eten. De eerste Shehia op woensdag was heel vriendelijk, maar de tweede, op donderdag, weigerde met ons te praten. Hij zei dat we een brief van de overheid nodig hadden om onderzoek te mogen doen, wat in feite niet echt waar is voor studenten. We hadden een brief bij van de universiteit in Dar es Salaam, maar dat was blijkbaar niet goed genoeg voor hem. Dit is wel een tegenvaller, want als we in die wijk nu onderzoek willen doen moeten we het wel wat low-profile houden. Gelukkig kennen we in die wijk toch al onze vriendelijke oude man om te gaan interviewen.
Dan zijn we maar naar de naburige Shehia gegaan van de wijk ernaast, en die wou gelukkig wel met ons praten. Nadien begon hij ons zelfs vragen te stellen over onze studie en over onze favoriete engelse voetbalploeg, ze zijn hier zot van engels voetbal en elke dala dala heeft wel een sticker van manchester united of arsenal op zn ruit hangen. Daarna zei hij dat we maar moesten doen alsof we thuis waren in zn wijk, ideaal dus.

Vandaag gaan we proberen nog een Shehia te ontmoeten, en al beginnen met interviews van bewoners af te nemen. Tot de volgende update.

woensdag 10 september 2008

R.I.P.

goeiemorgen,

Het is al weer een tijdje geleden dat we hier iets van ons hebben laten horen maar we hebben daar onze redenen voor. Ikzelf heb vorige week enkele dagen in bed gelegen, lekker lui niets doen (behalve dat ik meer heb gezweet dan gedurende een gemiddelde training tijdens de voorbereiding). Voor de rest zijn we afhankelijk internet verbinding en van de staat van de stroomvoorziening die oa. onze satelliet, voor wireless, moet voorzien. En last but not least we hadden gewoon geen tijd omdat we betere dingen te doen hadden ( knipoog).

Op algemeen verzoek, omdat het blijkbaar voor de meesten niet echt duidelijk is wat we hier uitspoken buiten genieten van het mooie weer, het lekkere eten en de knappe gesluierde grieten ( we gaan er toch vanuit dat het knappe grieten zijn onder die sluiers want anders zijn het gewoon maar wandelende tapijten).
We zijn hier uiteindelijk gekomen om de interface ( ruimtegebruik, perceptie, enz...) te onderzoeken tussen informele( de zogenaamde sloppenwijken die geen sloppenwijken zijn) en formele woningen (in dit geval de over gedimensioneerde bouwblokken die door een socialistische regering zijn gebouwd nadat ze een deel van die informele wijk van de kaart hebben geveegd.)zie foto... jaja de duitsers hadden er iets mee te maken!!!! Als jullie meer informatie willen jullie kunnen altijd terecht bij scoop, wikipedia, onze proffen ofwel bij ons zelf via onze e-mail.

Om mezelf van die malaria te verlossen moest ik, 5 opeenvolgende dagen, een flinke jongen zijn wanneer mijn gekleurde vriendin een spuitje in mijn kont prikte. Ondertussen is het ramadan, duidelijk een periode van dorst en honger lijden want het is moeilijk een vrolijk iemand tegen te komen maar ik moet zeggen dat mijn kontprikkende vriendin geen last had van de ramadan. Ze had een glimlach zo breed als mijn eigen goed gevulde kont.
De spuitjes deden hun werk want vanaf dag 2 had ik geen koorts meer en had ik ook geen last van stijve en pijnlijke gewrichten. Alleen de stijve nek en lichte buikpijn bleven aanwezig tot vrijdag.

Ondertussen omdat ik "thuis" moest blijven en maarten niet stil kon zitten, gedreven door het gevoel van werkloosheid en de nood om in actie te schieten omdat we het wachten op andere beu zijn, is maarten reeds op verkenningstocht gegaan, terwijl ik verder thesissen aan het lezen was, voor zo ver ik mijn ogen kon openhouden. Dankzij google earth en wat recent thesis materiaal hebben we via de plannen kort kennis gemaakt met de door ons gekozen wijken. En dat omdat we nog steeds aan het wachten waren op contactgegevens van onze gids/tolk. African style....hakuna matata

Vrijdag na mijn laatste spuitje, zijn we dan samen naar het kantoor geweest van Galib, onze "hoofdbegeleider" hier op zanzibar. Galib had een verrassing voor ons: zijn assistent Mohammed. We kregen een gidsbeurt doorheen verschillende wijken met als doel een beter beeld te krijgen op de verschillende wijken vooraleer we onze keuze zouden maken, maar we waren de afrikaantjes alweer te vlug af. Het was wel een interessante rondleiding en ons gesprek met Mohammed hebben we zo goed mogelijk gereconstrueerd in een Word-file'tje. We hebben ons eerste interview beet woehoee ... zijn we dan eindelijk vertrokken? Helaas want vrijdagmiddag na het gebed begint voor de meesten ( niet officieel) het weekend en een gids en tolk moeten we niet voor maandag verwachten.

Zaterdag
Ik voelde me goed, geen last van stijve nek nog buikpijn alleen mijn bezoekjes aan het privé-kotje waren nog steeds zeer vloeiend.
Omdat we er vrijdag vroeg uit waren, hebben we deze keer lekker lang uitgeslapen en meerdere malen omgedraaid in ons bedje ( bedje: want mijn voeten hangen eruit en ik heb ondertussen een hele constructie gemaakt waardoor ik een bedverlenging heb die er ook meteen voor zorgt dat ik minder last heb van mijn muskietennet.) We konden ook uitslapen omdat er niets van toeristische uitstapjes waren gepland. Het werd weer een dagje met de computer werken. En als we het beu waren om naar ons scherm te kijken dan hadden we nog altijd enkele thesissen die konden zorgen voor aangename afwisseling.
We zaten allen gezellig samen: maarten, ingrid en haar familie en ik tot er plots redelijk luid een "plets" weerklonk in het barretje, gevolgd door een nog luidere " what the f*ck!". Maarten zat in een lage zetel te werken aan zijn flaptop toen er plots een meters-lange gif groene enkele duim dikke slang tussen zijn benen viel. Hij dacht eerst dat het een stuk touw van het rieten dak was dat naar beneden viel maar bedacht zich nadat hij zag dat het een groene kleur had, bewoog en begon te sissen. Met een elegante sprong "cirque de soleil" waardig zat hij volledig op de zetel om uiteindelijk bekomend van het verschot de slang weg te zien glijden. Hilariteit alom bij de aanwezige locals want die hadden natuurlijk al lang gezien dat er een slang opgerold tussen de balken van het dak lag. Het was blijkbaar gewoon een kwestie van tijd eer die slang naar beneden zou vallen. Meestal kan je weten dat er een slang aanwezig is in of op het dak want dan regent het geko's of hagedisjes, maar omdat dat die slang er al zo lang lag waren die hagedissen al lang verdwenen en wisten de arme blanke jongens weer van niets.
Op deze tot nu boeiende zaterdag moet ik met spijt in het hart melden dat mijn flaptop voor een 4de keer in 2,2 jaar tijd mij verlaten heeft. Dus, sorry mama omdat we nu nog maar 1 flaptop ter beschikking hebben zal ik veel minder kunnen reageren op je mailtjes. En broerke, ik moet voor jou dus geen souvenir meepakken want jij kan je dan meteen weer bekommeren om mijn hoopje hoogstaand technologisch ongeluk.
We hebben de dag afgesloten met een zeer zeer foute film: zohan ( russischachtig gesproken met een engelse ondertiteling een ondertiteling die nergens opsloeg... hilarisch gelukkig vonden onze locale vrienden dat ook... want wij hadden die film uitgekozen uit een DVD met 10-tal illegale recente films erop)

zondag:
(foto's volgen nog) Nu we hier toch zijn kunnen we toch even goed de toerist uithangen, en dat hebben we dan ook gedaan. We zijn onder begleiding van de allerbeste locale kok Babu ( onze eigen kok van het viavia travel café) de bekende spice tour gedaan... een tour waar alle zintuigen worden getest, voelen, proeven, zien, ruiken, horen ( je moet toch ook luisteren naar je gids, niet?) het was echt de moeite waard gevolgd door een lekkere maaltijd klaargemaakt door de mama van onze kok. Omdat we het goedkoper wouden doen dan de toeristische spice tours hebben we op de terug weg wel een stukje moeten wandelen naar de hoofdweg om daar een dala dala te nemen. Het blijft een weinig voorkomend fenomeen: blanken op een dala dala. Ze weten niet wat er gebeurt als ze 2 blanken een daladala zien opstappen want al die andere toeristen nemen altijd een taxi. Als we iedere keer geld zouden vragen als ze een foto van maarten nemen in een dala dala dan zouden we hier gratis kunnen drinken. ( by the way mama ik ben al 2 weken sober, ik drink nu liters frisdrank op een dag hèhè knipoogske)
Het was een warme dag en het wandelen in volle zon heeft er voor gezorgd dat we tevreden maar moe aankwamen aan ons hotel. Ik had zelf lichtjes koorts maar na een kort dutje was dat weer in orde.

Maandag en disndag en woensdag volgen nog ( laten we al maar zeggen dat er hard gewerkt is geweest en dat we er dus eindelijk kunnen in vliegen)