donderdag 25 september 2008

Dinsdag, woensdag en donderdag hebben we veel interviews afgenomen samen met onze gids Eddie. Het dagpatroon bestond uit: opstaan om 8u, dala dala nemen naar de stad, rondlopen met Eddie en interviews afnemen tot hij moet gaan bidden smiddag’s, dan eventjes iets gaan eten, ’s namiddags nog drie uurtjes rondlopen met Eddie, en vervolgens terug de dala dala op naar Bububu. Hard werken dus, bij 30°C rondlopen in de zon, en afzien voor onze vriend Eddie, die vast tijdens de Ramadan en dus niet mag drinken. Alles voor Allah!

Vrijdag hebben we eventjes het werk overlopen, en interviews ingetypt. Er was is de Viavia de vorige avond een groep van Joker reizen aangekomen die er twee dagen zou blijven. Tot onze grote vreugde bestond de groep uit 11 bevallige jonge deernes, en slechts 3 mannen. Vrijdagavond had Ingrid voor hen een feestje in elkaar gestoken: stoelen in de bar aan de kant, en live Afrikaanse muziek. Veel kontschuddende negertjes en negerinnetjes later werden dan de Belgische konten en iPods bovengehaald. Op de tonen van westerse muziek, waaronder natuurlijk Milk inc., hebben we onze lokale vrienden dan geleerd wat de 90ies zijn! Onze rasta vriend Mzushi, vaste klant in onze bar, kon ons echter wel nog veel bijleren op vlak van marginale danspasjes: de hondjes dans (met tong uit de mond) en de tralali-tralala (met handjes in de lucht), subliem!

De volgende dag hebben we het rustig gehouden, met nog wat interviews overlopen, en vragen verzinnen voor de interviews met de mensen van de overheid.
Zondag was het plan om volledig de toerist uit te hangen. We zijn dan smorgen’s vroeg naar Stone Town gegaan, en hebben een bootje met schipper en snorkelgerief gehuurd. Het plan was om te gaan snorkelen en naar Pison island te gaan. We hadden beiden nog nooit gesnorkeld, en we wisten totaal niet hoe het ging verlopen. We voeren met ons bootje in de richting van Bao island. Op een gegeven moment werd het water lichtblauw en kon je de bodem en het koraalrif zien. Onze schipper legde het bootje stil, en verzekerde ons: ‘is nice here, no sharks, no baracuda’s’. Ok, goed om te weten. We deden onze zwemvliezen en snorkeltjes aan, en twee minuten later zaten we in een wondere onderwaterwereld. Het rif zat vol met van die tropische vissen als op National Geographic, maar dan in het echt. Knalgele, oranje, blauwe, zebra, grijs met paars, pikzwart, Nemo’tjes, en alle kleuren van de regenboog gecombineerd. Soms zwom er een school piepkleine visjes voor je uit, die dan mooi samen uit de weg gingen en terug samenkwamen. Eén vissoort, die grijze met paars, waren heel nieuwsgierig, en bleven op 30 cm van je zwemmen en je frontaal aankijken tot je weer voorbij was, heel grappig. Er waren ook van die zeeanemonen waar de visjes tussenvluchten voor bescherming, en een soort stekelige zwarte schepsels op de bodem (zee-egels?).





Toen we alles gezien hadden wat we wilden zien zijn we terug aan boord geklommen, en zetten we koers naar Prison Island. Daar was weinig boeiends te zien, buiten de reuzenschildpadden die we wat onkruid mochten voederen, en een oude gevangenis die nooit als gevangenis gebruikt is geweest.
Blijkbaar schort er toch nog iets aan het concept van een voormiddag met je buik in het water gaan liggen: want een paar uur later bleek dat onze ruggen een kreeftmutatie hadden ondergaan: knalroodverbrand. Liters aftersun-lotion later zijn we dan in de minst pijnlijke houding in ons bedje gekropen. Volgende keer toch best insmeren met super-waterproof zonnecrème.

Maandag zijn we begonnen met meetings te regelen met de mensen van de overheid, samen met mr. Udi, een architect die bevriend is met onze begeleider Ghalib, en die meer tijd voor ons heeft dan Ghalib zelf. Jammer genoeg zijn die overheidsmensen vaak druk bezet, of ze doen tenminste alsof, en werken ze niet al te hard tijdens de Ramadan (buiten de Ramadan misschien ook niet). Het kost dus veel moeite om al die mensen te pakken te krijgen.
Bij de Town engineer hadden we geluk, want die wilde graag met ons spreken, maar de director van de Michenzani Construction department vroeg jammer genoeg naar onze Research permit, die we nog steeds niet aangevraagd hadden. Als we met die mensen wilden spreken was het dus blijkbaar toch nodig om een permit aan te vragen. We zijn woensdag dan maar begonnen met naar de Chief minister’s (de eerste minister) office te gaan, gewapend met onze aanbevelingsbrief van de Ardhi University in Dar es Salaam. Om 9 uur stonden we paraat, maar de verantwoordelijke zou om 11u er pas zijn. Om tien voor 12 was hij er dus (Swahili time, African style). Hij gaf ons elk een formulier mee, dat we 3 keer moesten kopiëren, invullen, en 3 pasfoto’s erop plakken. Voor de zachte prijs, ahum, van 75 dollar zouden we dan een research permit krijgen. Na een bezoekje aan de copyshop en de Photo-express service, begon het ons te dagen dat ze ons waarschijnlijk 2 permits wilden aansmeren aangezien we met 2 zijn. Dan zijn we teruggegaan en begonnen met uitleggen dat we wel degelijk maar 1 onderzoek doen, en maar 1 thesis schrijven, maar dan zeiden ze: ‘ja maar dat staat niet op uw brief van de Universiteit’. Na wat onderhandelen van mr. Udi gingen ze er nog eens over nadenken. Ondertussen was het al 2 uur gepasseerd, het leuke uur waarop precies alles van de overheid hier sluit, dus konden we die dag niks nuttig meer uitvoeren.

Donderdagochtend zijn we dan met onze formuliertjes netjes ingevuld teruggegaan, maar toen we bij het kantoor om te betalen aankwamen kwam het erop neer dat ze ons toch twee keer 75 dollar wilden laten betalen: ‘Yes, but you are with two persons so you need two permits, because it is with a picture, and blablabla…’. We gaven ons niet zo snel gewonnen natuurlijk, en we zeiden dan maar dat we maar 1 permit moesten hebben, en dat de andere dan wel zou thuisblijven van het onderzoek. Na wat gediscussieer stemden ze er dan mee in dat ik een permit nam en Jasper zogezegd zou thuisblijven, met de waarchuwing: ‘yes, but the other one has to stay home, otherwise if the security officer sees you two, you have 24 hours to leave the country’. Ok, dag en bedankt. Morgenvroeg zouden we de permit mogen afhalen. We zijn benieuwd.

Geen opmerkingen: