maandag 1 september 2008

Those damned mosquitos!

Nadat het zonneke zich liet zien hebben we op zondagnamiddag Stone Town verkend. Groenten- en beestenmarkt, smalle straatjes, veel winkeltjes met toeristische crap, veel gebouwen die ooit mooi zijn geweest maar dringend een likje verf nodig hebben, en enkele mooi onderhouden gebouwen die steeds hotels blijken te zijn. Ook hier en daar een ingestort gebouw jammer genoeg, en op elke straathoek en aan elk winkeltje een kerel die ‘Mambo, hello my friend, look inside my shop’ zegt, of elke taxichauffeur die je passeert zegt hoopvol: ‘teksi?’ Meestal volstaat een ‘Hapana’ (nee) om ze te doen zwijgen, hoewel ze dan soms ook zeggen: ‘o you speak Swahili?’ waarop wij dan: ‘Kidogo Kidogo’ zeggen (klein klein = een beetje). We zijn ook de toerist gaan uithangen: Old Fort en House of Wonders gaan bekijken. De Fordhani gardens vlakbij de zee zijn ze spijtig genoeg aan het heraanleggen, dus gesloten. Er lopen heel veel toeristen rond in Stone Town, nog nooit zoveel blanken gezien in dit land. De toeristen verplaatsen zich wel uitsluitend van hun hotel naar de souvenirshop en naar het strand, want toen we even later 200 meter buiten Stone town naar de Michenzani housing blocks gingen kijken waren wij de enige blanken in de verre omtrek. De meesten keken dan ook naar ons alsof ze nog nooit een blanke hadden gezien. Deze uitstap was voor ons echter wel educatief verantwoord, want de Michenzani blocks behoren tot ons onderzoeksgebied. Na de regen van ’s ochtens was de omgeving daar herschapen in een modderpoel. Gelukkig was het gebied voor één van de blokken, waar grote rioleringsbuizen liggen te wachten op iemand die ze in de grond wil steken, droog gebleven, dus de lokale voetballertjes konden zich eens uitleven.

Maandag hadden we om 11u, na veel bellen, eindelijk een afspraak met Ghalib Awadh van de Zanzibar planning department, die ons hier zou begeleiden in Zanzibar. Aangezien hij z’n mails niet checkt en vrij vaak van telefoonnummer veranderd wist hij totaal niet dat wij onderzoek kwamen doen. Hij was dan ook niet superenthousiast om ons te zien. Na onze thesis objective te hebben gelezen, waarin zijn naam wel 10 keer vermeld wordt, zag hij er al wat geïnteresseerder uit. Hij zou eens nadenken en ons woensdag terug ontmoeten zei hij.

Dinsdag zijn we terug naar Stone Town gegaan, nog wat rondgelopen. We namen een daladala terug naar de Viavia, dit is een goedkoop vervoermiddel, busje of soort van truck, waar 15 man in kan, en waar meestal 25 man in zit. Op de terugweg naar viavia moest hij even water over zn motor kappen om hem af te koelen, en op de heenweg waren we al van daladala moeten overstappen wegens platte band. Zegt genoeg.

Woensdag stonden we met onze bagage en al bij het kantoor van Ghalib om 11u, want het was onze bedoeling om nadien de ferry terug naar Dar te nemen om nogmaals te overleggen met de proffen daar. Een uur wachten later kwam hij rustig aangewandeld om ons te melden dat hij het heel druk had, en dat hij echt geen tijd had voor ons nu. Hij zou ons donderdag op hetzelfde uur ontmoeten. Goed, dan maar morgen de ferry naar Dar nemen. Om er toch nog een productieve dag van te maken hebben we dan maar een nieuwe thesis objective geproduceerd, aangezien onze vorige niet echt meer haalbaar was.

Donderdag ochtend. Weer een uur gewacht. Een telefoontje naar Ghalib leerde ons dat hij het weer heel druk had, veel ‘problems at the ministry’ en dat hij ons morgen zou ontmoeten. Aangezien we zeker die dag naar Dar zouden vertrekken spraken we dan maar maandag met hem af, op hoop van zegen. De ferry op de terugweg was een pak schommeliger dan die op de heenweg. Gevolg: veel kotsende mensen op de boot. De superfilm van Jacky Chan werd dan ook overstemt door het geluid van kokhalzende kelen. Eenmaal aangekomen in Dar namen we de taxi naar Mlimani city, het shoppingmall vlakbij onze campus, waar we terug werden vergezeld door Pieter. ’s Avonds dan met z’n allen eerst naar de Irish pub, waar we ook Johan en Francois (Pfaf voor de vrienden, misschien kan em goed keepen?) en nog twee Zuid-Afrikanen tegenkwamen. Ook Ernesto kwam ons vergezellen, een rasechte Italiaan, die hier werkt voor de EU. Ondanks de twee knoopjes te veel open op zn hemd, borsthaar a volonté, toch een hele sympathieke kerel. Nadien zijn we met Pieter en Ernesto gaan eten in de Sweet Easy, heerlijk, en nadien nog al het bier wat ze nog koud (Baridi Baridi!) hadden staan opgedronken (niet zo heel veel eigenlijk).

Vrijdagochtend = katertje voor Pieter en Jasper. Nog even naar de bibliotheek geweest, nog even onze nieuwe objective gaan uitprinten, en dan de meeting met Daniel Mbisso. Hij was heel enthousiast over onze nieuwe objective, dus al bij al een goed gesprek, met weeral wat nieuwe lectuur die hij ons wist aan te raden. Nadien zijn we wat gaan eten in de Irish pub met Pieter, Ernesto, en Laura, een Nederlands meisje die hier iets doet met efficiënte houtkacheltjes van Philips. Zelfs onze Italiaan Ernesto moest toegeven dat de pizza’s in de Irish pub uitstekend waren. ’s Avonds laat zijn we nog bij Johan en Pfaf thuis een pintje gaan drinken, zodat Pieter nog even afscheid van hen kon nemen.

Zaterdag hebben we afscheid genomen van Pieter, die ’s namiddags het vliegtuig nam. Al bij al was hij blij om te vertrekken, z’n onderzoek vlotte niet echt, maar vooral omdat hij z’n vriendin miste denk ik. ’s Namiddags namen we de ferry terug naar Zanzibar. Na de film Ali (die met Will Smith) te hebben gezien zijn we ’s Avonds zijn we met Ali van de Viavia en z’n maat Mohammed (jawel, Mohammed en Ali) naar de disco op het strand geweest. Jammer genoeg was er weinig volk, maar het was wel grappig om wat zatte Afrikanen te zien dansen op Swahili RnB. Aangezien we moe waren zijn we wel vrij vroeg in ons bedje gekropen.

Zondag veel gelezen in de, weeral, nieuwe literatuur. Veel meer konden we niet doen, aangezien we nieuwe contactpersonen en een tolk nodig hebben, waar Ghalib ons hopelijk aan kan helpen.

Vandaag ’s Morgens vroeg zijn we naar de Clinic geweest, want Jasper voelde zich niet zo lekker. Diarree, koppijn, draaierig. Chaos van jewelste daar. Uiteindelijk toch aan een malariatest en een dokter geraakt. Het lokaal voor de malariatest had veel weg van ons lokaal van biologie vroeger op school: vuile lavabo, met vuile proefbuisjes erop, een paar apparaatjes voor te centrifugeren en een microscoop. Gelukkig is een malariatest geen rocket science, maar gewoon een druppeltje bloed onder een microscoop houden. De malariatest bleek negatief, maar dat wil niet zeggen dat je geen malaria hebt. Dan maar naar de dokter. Die stelde toch vast dat Jasper alle symptomen van Malaria had, maar daarvoor moesten we wel eerst een kwartier wachten tot iemand, ongetwijfeld de enige, thermometer bracht. De dokter schreef Jasper injecties voor, aangezien de pillen niet genoeg zouden werken op ons westerse immuunsysteem. Een bezoek aan de pharmacy en een prikje later, (what what, in the butt), met propere naalden gelukkig, stonden we weer buiten. Terug naar huis, en Jasper in z’n bedje gestopt. Vanmiddag hebben we (ik dus) weer een afspraak met Ghalib. Hopelijk nu wel met resultaat.

1 opmerking:

Jerom zei

Dag Jasper en Cie!

heb daarnet eens jullie blog doorgelezen en moet zeggen, lekker vlot geschreven, leest goed... beetje jaloers ook da jullie daar zitten... ;-)

het is me wel nog altijd een raadsel wat jullie daar precies uitspoken, wat voor project da dan wel mag zijn, maar jullie lijken je te amuseren :-)

geniet der daar nog verder van en tot de volgende hé...

groeten

Jeroom

ps dit weekend fijn tornooitje gespeeld in Beernem, 3° en 2° provinciale, was in orde, daarna nog naar de Croc met jullie eerste ploeg mee, was fijn...